Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „breken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bre·ken1 <brak, i. gebroken> [brekə(n)] VERB intr

1. breken:

breken (stukgaan)
breken (glas, aardewerk)
breken (touw)
breken (wolken)
breken (wolken)
breken (golven)
breken FILM
zijn hart brak übtr

2. breken (een doorgang, scheiding forceren):

breken

3. breken (een jongensstem):

breken

4. breken (stralen):

breken

bre·ken2 <brak, h. gebroken> [brekə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski