Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „dan“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht
dan
Adverb
dan
Konjunktion

dan1 [dɑn] ADV

1. dan (op dat tijdstip):

dan
dann
nu en dan
dann und wann
tot dan!
bis dann!

3. dan (bijwoord van voorwaarde):

dan
dann
dan
so
alleen dan, als …
nur dann, wenn …

dan2 [dɑn] KONJ

1. dan (na een vergrotende trap):

dan
als
groter dan ik
größer als ich

2. dan (na ‘ander(s)’):

dan
als
dat is anders dan je zegt
das ist anders, als du sagst

3. dan (na een ontkenning):

dan
außer +Dat
hij heeft niemand dan zijn moeder
er hat niemanden außer seiner Mutter

4. dan (na ‘te’):

dan
als
hij is te trots dan dat hij zoiets zou aannemen
er ist zu stolz, als dass er so etw annehmen würde

Beispielsätze für dan

dan pas
dann erst
anders dan
anders als
tot dan!
bis dann!
waarom dan?
warum denn?
wie dan leeft, wie dan zorgt!
kommt Zeit, kommt Rat!
wie dan leeft, die dan zorgt Sprichw
kommt Zeit, kommt Rat
nu eens …, dan weer …
bald …, bald …
nu eens … dan weer …
bald … bald …
als het moet, dan …
wenn es sein muss, dann …
al dan niet gehuwd
verheiratet oder nicht verheiratet
sneller dan het geluid
mit Überschallgeschwindigkeit
niets minder dan ...
nichts Geringeres als ...
beter laat dan nooit Sprichw
besser spät als nie
beter benijd dan beschreid Sprichw
besser beneidet als bemitleidet
mooier dan ooit tevoren
schöner denn je
niets doen dan lachen
die ganze Zeit nur lachen
meer dood dan levend
mehr tot als lebendig

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste