Übersetzungen für „vandaag“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

van·daag [vɑndax] ADV

vandaag

heute

vandaag de dag

heutzutage

vandaag de dag

heute

vandaag is het maandag

heute ist Montag

vandaag over twee weken

heute in zwei Wochen

tot op de dag van vandaag

bis auf den heutigen Tag

dat is niet van vandaag of gisteren

das ist nichts Neues

beter [o. liever] vandaag dan morgen

lieber heute als morgen

Beispielsätze für vandaag

vandaag is het maandag

heute ist Montag

vandaag over twee weken

heute in zwei Wochen

tot zover voor vandaag

so viel für heute

alles liep vandaag tegen

bei mir ist heute alles schiefgegangen

vandaag over acht dagen

heute in acht Tagen

ik ben lui vandaag

ich bin heute schlapp

zij hebben eters vandaag

sie haben heute Tischgäste

vandaag of morgen

heute oder morgen

vandaag de dag

heutzutage

ik krijg vandaag de werkster

heute kommt meine Putzfrau

vandaag is het twee januari

heute ist der zweite Januar

het is vandaag de eerste

heute ist der Erste

het is vandaag de tweede

heute ist der Zweite

er is vandaag geen school

heute fällt die Schule aus

beter [o. liever] vandaag dan morgen

lieber heute als morgen

het is vandaag de vierde

heute ist der Vierte

wat ga je vandaag doen?

was hast du heute vor?

voor vandaag is het welletjes!

Schluss für heute!