Übersetzungen für „abdestillierend“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

de·stil·ˈlie·ren [dɛstɪˈliːrən] VERB trans

1. destillieren:

destillieren

distilleren

2. destillieren übtr:

destillieren

distilleren

destillieren

afleiden

de·tail·ˈlie·ren [detaˈjiːrən] VERB trans

1. detaillieren:

detaillieren

detailleren

einen Plan detaillieren

de bijzonderheden van een plan geven

2. detaillieren WIRTSCH:

detaillieren

en détail verkopen

bril·ˈlie·ren [brɪlˈjiːrən] VERB intr geh

brillieren

uitblinken

brillieren

schitteren

email·ˈlie·ren [emaˈjiːrən, emalˈ-] VERB trans

emaillieren

emailleren

os·zil·ˈlie·ren [-ˈliːrən] VERB intr PHYS

oszillieren

oscilleren

oszillieren

trillen

oszillieren

slingeren

ap·pel·ˈlie·ren [apɛˈliːrən] VERB intr

1. appellieren geh (sich auffordernd an jdn wenden):

appellieren

een beroep doen

appellieren

een oproep doen

appellieren

appelleren

an das Publikum appellieren

een oproep doen aan het publiek

an jds Gewissen/Nächstenliebe appellieren

op iems geweten/naastenliefde een beroep doen

2. appellieren geh veraltet JUR (Berufung einlegen):

appellieren

hoger beroep aantekenen

appellieren

appelleren

in·stal·ˈlie·ren¹ [ɪnstaˈliːrən] VERB trans

installieren

installeren

mo·del·ˈlie·ren [modɛˈliːrən] VERB trans

1. modellieren (formen):

modellieren

modelleren

modellieren

vormen

2. modellieren (in einem Modell darstellen):

modellieren

een model maken van

modellieren

nabootsen

Produktionsprozesse modellieren

productieprocessen nabootsen

ges·ti·ku·ˈlie·ren [gɛstikuˈliːrən] VERB intr

gestikulieren

gesticuleren

gestikulieren

gebaren

prä·de·sti·ˈnie·ren [prɛdɛstiˈniːrən] VERB trans

1. prädestinieren REL:

prädestinieren

predestineren

prädestinieren

voorbeschikken

2. prädestinieren geh:

prädestinieren

voorbestemmen

tail·ˈlie·ren [taˈjiːrən] VERB trans

taillieren

tailleren

pa·trouil·ˈlie·ren [patrʊlˈjiːrən] VERB intr

patrouillieren

patrouilleren

patrouillieren

op patrouille zijn

ˈstill·lie·gen VERB intr

stillliegen

stilliggen

stillliegen

buiten bedrijf zijn

du·el·ˈlie·ren [duɛˈliːrən] VERB refl

duellieren

duelleren

an·nul·ˈlie·ren [anuˈliːrən] VERB trans JUR

annullieren

annuleren

ni·vel·ˈlie·ren [nivɛˈliːrən] VERB trans

1. nivellieren geh übtr (einander angleichen):

nivellieren

nivelleren

2. nivellieren (planieren):

nivellieren

waterpassen

par·zel·ˈlie·ren [par͜tsɛˈliːrən] VERB trans

parzellieren

verkavelen

parzellieren

in kavels verdelen

re·bel·ˈlie·ren [rebɛˈliːrən] VERB intr

rebellieren

rebelleren

rebellieren

in opstand komen

rebellierende Truppen

rebellerende [o. muitende] troepen

ˈblut·stil·lend, Blut ˈstil·lend [-ʃtɪln̩t] ADJ

blutstillend

bloedstelpend