Übersetzungen für „angesprüht“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈan·ge·spannt [ˈangəʃpant] ADJ

1. angespannt:

angespannt

(in)gespannen

angespannt

geconcentreerd

mit angespannter Aufmerksamkeit

met gespannen aandacht

2. angespannt:

angespannt

gespannen

angespannt

kritiek

angespannt

bedenkelijk

ˈan·ge·strengt [ˈangəʃtrɛŋt] ADJ (intensiv)

angestrengt

(in)gespannen

angestrengt

geconcentreerd

ˈAn·ge·sicht <Angesicht(e)s, Angesichter[o. Angesichte] > SUBST nt meist Sg geh

Angesicht

(aan)gezicht nt

Angesicht

gelaat(suitdrukking)

im Angesicht des Todes

in het aanschijn van de dood

dem Tod ins Angesicht schauen

de dood voor ogen zien

jdn von Angesicht kennen geh

iem van (aan)gezicht [o. van aanzien] kennen

im Angesicht der aktuellen Verhältnisse geh

met het oog op de actuele toestand

ˈan·ge·sichts [ˈangəzɪç͜ts ] PRÄP +Gen

1. angesichts geh:

angesichts

in het gezicht van

angesichts

bij het zien van

angesichts der Gefahr

met het gevaar voor ogen

angesichts aller Leute

in het bijzijn van iedereen

angesichts dieser Tatsachen

met deze feiten voor ogen

2. angesichts geh:

angesichts

met het oog op

angesichts

gelet op

angesichts der Lage

met het oog op [o. gelet op] de toestand [o. de feiten]

Wissensecke: Präpositionen mit Genitiv

ˈab·ge·brüht [ˈapgəbryːt] ADJ

1. abgebrüht ugs (gefühllos, kalt):

abgebrüht

gevoelloos

abgebrüht

onverschillig

abgebrüht

keihard

2. abgebrüht ugs (sehr erfahren sein):

abgebrüht

geslepen

abgebrüht

door de wol geverfd

ˈan·ge·regt [ˈangəreːkt] ADJ

angeregt

levendig

angeregt

geanimeerd

angeregt

interessant

sich angeregt unterhalten

geanimeerd converseren

ˈan·ge·bracht [ˈangəbraxt] ADJ

angebracht (angemessen)

passend

angebracht (angemessen)

gepast

angebracht (angemessen)

opportuun

angebracht (sinnvoll)

zinvol

angebracht (sinnvoll)

op zijn plaats

keineswegs angebrachte Kritik

geheel misplaatste kritiek

ˈan·ge·se·hen [ˈangəzeːən] ADJ

angesehen

gezien

angesehen

geacht

ein angesehenes Geschlecht

een vooraanstaand geslacht

bei jdm sehr angesehen sein

bij iem zeer gezien zijn [o. in hoog aanzien staan]

ˈan·ge·nehm ADJ geh

angenehm

aangenaam

angenehm

verheugend

angenehm

prettig

angenehm im Geschmack

aangenaam van smaak

es ist mir sehr angenehm, das zu hören

het doet mij plezier dat te horen

angenehme Reise!

prettige reis!

angenehme Reise!

goede reis!

(sehr) angenehm!

(zeer) aangenaam (kennis te maken)!

angenehme Ruhe!

welterusten!

ˈan·ge·hö·rig ADJ

1. angehörig:

angehörig

behorend tot [o. bij]

angehörig

deel uitmakend van

2. angehörig:

angehörig

toe(be)horend (aan)

ˈAn·gel·ru·te SUBST f

Angelrute

angelroede

Angelrute

hengel(stok)

ˈan·ge·wandt ADJ

angewandt

toegepast

angewandte Kunst

toegepaste kunst

ˈan·ge·zeigt [ˈangə͜ts ͜aikt] ADJ geh

angezeigt

geraden

angezeigt

raadzaam

angezeigt

gepast

angezeigt

opportuun

ˈan·ge·bo·ren ADJ MED

angeboren

aangeboren

Heiterkeit ist ihm angeboren ugs übtr

hij heeft van nature een opgewekt karakter

ˈan·ge·hö·ren VERB intr

1. angehören:

angehören

behoren tot [o. bij]

angehören

deel uitmaken van

2. angehören geh:

angehören

toe(be)horen (aan)

ˈan·geb·lich [ˈangeːplɪç] ADJ

angeblich

zogenaamd

angeblich

naar het heet

der angebliche Dieb

de vermeende dief

er ist angeblich verschwunden

hij is naar het heet verdwenen