Übersetzungen für „anschluss-stelle“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈSchluss·stein SUBST m

1. Schlussstein ARCHIT:

Schlussstein

sluitsteen

2. Schlussstein übtr:

Schlussstein

sluitstuk

Schieds·stel·le SUBST f JUR

Schiedsstelle

scheidsrechterlijke instantie

Schiedsstelle

scheidsgerecht nt

ˈAn·schluss SUBST m

1. Anschluss:

Anschluss TEL, TECH

aansluiting

Anschluss TEL, TECH

verbinding

Anschluss TEL, TECH

(telefoon)lijn

der Anschluss an das Telefonnetz

de aansluiting op het telefoonnet

keinen Anschluss bekommen

geen verbinding krijgen

elektrischen Anschluss erhalten

op het elektriciteitsnet aangesloten worden

der Anschluss ist besetzt

de lijn is bezet

2. Anschluss übtr (Kontakt) kein Pl:

Anschluss

aansluiting

Anschluss

(menselijk) contact nt

der Anschluss an eine Partei

de aansluiting bij een partij

der Anschluss an die Gesellschaft

het contact met de maatschappij

3. Anschluss (Verbindung):

Anschluss BAHN, AERO

aansluiting

Anschluss BAHN, AERO

verbinding

den Anschluss noch bekommen/verpassen

zijn aansluiting nog halen/missen

4. Anschluss POL:

Anschluss

aansluiting

Anschluss

inlijving

Anschluss

annexatie

der Anschluss von Österreich

de aansluiting [o. inlijving] [o. annexatie] van Oostenrijk

5. Anschluss SPORT:

Anschluss

aansluitingstreffer

im Anschluss an den Vortrag

in aansluiting aan [o. op] de voordracht

im Anschluss an meinen Lehrer

in navolging van mijn leraar

ˈPass·stel·le SUBST f

Passstelle

passenbureau

Passstelle

paspoortenbureau

Passstelle

paspoortenloket

an·ˈstel·le, an ˈStel·le PRÄP +Gen

anstelle

in plaats van

anstelle seines Vaters

in plaats van zijn vader

Wissensecke: Präpositionen mit Genitiv

ˈan·schwel·len² VERB trans (eine Schwellung bilden)

anschwellen

doen (aan)zwellen [o. (op)zwellen]

ˈAn·schlag·serie SUBST f

Anschlagserie

reeks aanslagen

ˈSchluss·strich SUBST m (Strich am Ende)

Schlussstrich

streep (aan het einde)

einen Schlussstrich unter etw ziehen übtr

een streep onder iets zetten