Übersetzungen für „deifiziert“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

qua·li·fi·ˈziert [kvalifiˈ͜tsiːɐ̯t] ADJ

qualifiziert

gekwalificeerd

qualifiziert

bekwaam

qualifiziert

vakkundig

qualifizierte Arbeit

vakwerk

eine qualifizierte Mehrheit

een gekwalificeerde [o. echte] meerderheid

eine qualifizierte Straftat JUR

een gekwalificeerd delict

ve·ri·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VERB trans geh

verifizieren

verifiëren

verifizieren

toetsen

iden·ti·fi·ˈzie·ren¹ [idɛntifiˈ͜tsiːrən] VERB trans

1. identifizieren:

identifizieren

identificeren

2. identifizieren:

identifizieren

identificeren

identifizieren

vereenzelvigen

de·plat·ˈziert [deplaˈsiːɐ̯t, deplaˈ͜tsiːɐ̯t] ADJ

deplatziert

misplaatst

ich fühle mich hier deplatziert

ik voel me hier niet op m'n plaats

ver·si·fi·ˈzie·ren [-fiˈ͜tsiːrən] VERB trans fachspr

versifizieren

versificeren

versifizieren

in verzen schrijven

rek·ti·fi·ˈzie·ren² [-ˈ͜tsiːrən] VERB trans geh

rektifizieren

rectificeren

rektifizieren

rechtzetten

spe·zi·fi·ˈzie·ren [ʃpe͜tsifiˈ͜tsiːrən] VERB trans

spezifizieren

specificeren

di·ver·si·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VERB trans

diversifizieren

diversifiëren

ko·di·fi·ˈzie·ren [kodifiˈ͜tsiːrən] VERB trans

kodifizieren

codificeren

mu·mi·fi·ˈzie·ren [-fiˈ͜tsiːrən] VERB trans a. MED

mumifizieren

mummificeren

no·ti·fi·ˈzie·ren [notifiˈ͜tsiːrən] VERB trans (Diplomatie)

notifizieren

notificeren

notifizieren

in een diplomatieke nota meedelen

mo·di·fi·ˈzie·ren [modifiˈ͜tsiːrən] VERB trans geh

modifizieren

modificeren

modifizieren

wijzigen

ra·ti·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VERB trans

ratifizieren

ratificeren

ratifizieren

bekrachtigen

kom·pli·ˈziert [kɔmpliˈ͜tsiːɐ̯t] ADJ

kompliziert

gecompliceerd

kompliziert

ingewikkeld

dis·tan·ˈziert [dɪstanˈ͜tsiːɐ̯t] ADJ geh

distanziert

afstandelijk

distanziert

koel

distanziert

terughoudend