Übersetzungen für „dekalkieren“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

de·kan·ˈtie·ren [dekanˈtiːrən] VERB trans

dekantieren

decanteren

de·klas·ˈsie·ren [deklaˈsiːrən] VERB trans

1. deklassieren:

deklassieren

declasseren

2. deklassieren SPORT:

deklassieren

totaal verslaan

deklassieren

met groot verschil laten verliezen

de·ko·ˈdie·ren [dekoˈdiːrən] VERB trans

dekodieren

decoderen

dekodieren

ontcijferen

de·ko·ˈrie·ren [dekoˈriːrən] VERB trans

1. dekorieren:

dekorieren

decoreren

dekorieren

versieren

2. dekorieren:

dekorieren

decoreren

dekorieren

onderscheiden

dekorieren

ridderen

de·kla·ˈrie·ren [deklaˈriːrən] VERB trans

1. deklarieren:

deklarieren

declareren

deklarieren

plechtig verklaren

2. deklarieren:

deklarieren

declareren [o. opgeven] van [o. goederen] [o. waarde] [o. belasting]

de·kli·ˈnie·ren [dekliˈniːrən] VERB trans LING

deklinieren

declineren

deklinieren

verbuigen

Wissensecke: Deklination im Deutschen

de·kre·ˈtie·ren [dekreˈtiːrən] VERB trans

dekretieren

decreteren

dekretieren

verordenen

dekretieren

voorschrijven

de·kla·ˈmie·ren [deklaˈmiːrən] VERB trans geh

deklamieren

declameren

deklamieren

voordragen