Übersetzungen für „gekettelt“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ge·ˈküns·telt [gəˈkʏnstl̩t] ADJ abw

gekünstelt

gekunsteld

gekünstelt

gemaakt

ˈun·ge·küns·telt ADJ

ungekünstelt

ongekunsteld

ˈan·ket·ten VERB trans

anketten

(vast)ketenen

anketten

aan de ketting leggen

einen Verbrecher anketten

een misdadiger in de boeien slaan [o. sluiten]

ver·ˈket·ten [fɛɐ̯ˈkɛtn̩] VERB trans

1. verketten (verschließen):

verketten

met een ketting [o. kettingen] vastmaken [o. bevestigen]

2. verketten übtr (verbinden):

verketten

verbinden

ˈun·ver·mit·telt ADJ

unvermittelt

plots(eling)

unvermittelt

opeens

unvermittelt

onverhoeds

ˈHü·gel·ket·te SUBST f

Hügelkette

heuvelrug

Hügelkette

heuvelrij

Ko·ket·te·ˈrie <Koketterie> [kokɛtəˈriː, kɔ-] SUBST f kein Pl

1. Koketterie:

Koketterie

koketterie

2. Koketterie (mit etw):

Koketterie

het koketteren