Übersetzungen für „gleiboden“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈHeu·bo·den SUBST m

1. Heuboden:

Heuboden

hooizolder

2. Heuboden ugs THEAT:

Heuboden

schellinkje

ˈglei·chen <glich, geglichen> [ˈgl͜aiçn̩] VERB intr

gleichen

lijken op

gleichen

veel weg hebben van

jdm an Gestalt gleichen

wat zijn figuur [o. postuur] betreft op iem lijken

jdm an Gestalt gleichen

qua figuur [o. postuur] op iem lijken

jdm im Aussehen gleichen

(qua) uiterlijk op iem lijken

ich gleiche meiner Mutter

ik lijk op [o. heb veel weg van] mijn moeder

ˈErd·bo·den SUBST m

Erdboden

aardbodem

Erdboden

aardoppervlak(te)

Erdboden

aarde

Erdboden

grond

etw dem Erdboden gleichmachen übtr

iets met de grond gelijkmaken

wie vom Erdboden verschluckt sein ugs

als van de aardbodem verdwenen zijn

ich wäre am liebsten im Erdboden versunken ugs

ik had het liefst door de grond willen zakken

ˈFuß·bo·den SUBST m

Fußboden

vloer

ˈTal·bo·den SUBST m

Talboden

dalbodem

ˈDach·bo·den SUBST m

Dachboden

zolder

ˈNähr·bo·den [ˈnɛːɐ̯boːdn̩] SUBST m

Nährboden

voedingsbodem ook fig.

ˈgleich·tun VERB trans unreg (imitieren, gleichkommen)

es jdm gleichtun

het iem nadoen

es jdm gleichtun

iem evenaren

ˈgleich·blei·ben, ˈgleich blei·ben VERB intr unreg

du bist dir gleich geblieben!

jij bent dezelfde gebleven!

du bist dir gleich geblieben!

jij bent nog precies dezelfde!

du bist dir gleich geblieben!

jij bent niet veranderd!

das bleibt sich (völlig) gleich

dat doet er niet toe

das bleibt sich (völlig) gleich

dat is om het even

das bleibt sich (völlig) gleich

dat komt op hetzelfde neer

ˈgleich·blei·bend, ˈgleich blei·bend ADJ

gleichbleibend

gelijk blijvend

gleichbleibend

constant

gleichbleibend

onveranderlijk

von gleichbleibender Freundlichkeit sein

altijd even vriendelijk zijn