Übersetzungen für „herüberwachsen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

her·ˈan·wach·sen VERB intr unreg

heranwachsen

opgroeien

er·ˈwach·sen¹ [-ˈvaksn̩] ADJ

erwachsen

volwassen

ver·ˈwach·sen¹ ADJ

verwachsen

vergroeid

verwachsen

scheefgegroeid

verwachsen

kromgegroeid

be·ˈwach·sen VERB trans unreg

bewachsen

begroeien

ˈhoch·ge·wach·sen, hoch ge·ˈwach·sen ADJ

hochgewachsen

rijzig

hochgewachsen

uit de kluiten gewassen

hochgewachsen

(flink) opgeschoten