Übersetzungen für „hinausdringen“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

hin·ˈaus·brin·gen VERB trans unreg (nach draußen bringen)

hinausbringen

naar buiten brengen

hinausbringen

transporteren

er wird es nie über den Feldwebel hinausbringen übtr

hij zal het nooit verder brengen dan sergeant-majoor

hin·ˈaus·ra·gen VERB intr (nach außen ragen)

hinausragen

uitsteken

hinausragen

uitspringen

hinausragen über übtr (nach oben ragen)

uitmunten boven

hin·ˈaus·tra·gen VERB trans unreg

1. hinaustragen (nach draußen tragen):

hinaustragen

eruit [o. naar buiten] dragen

2. hinaustragen geh übtr (nach außen verbreiten):

hinaustragen

uitdragen

hinaustragen

verbreiden

eine Nachricht in alle Welt hinaustragen

een bericht overal verspreiden

hin·ˈaus·flie·gen VERB intr unreg

1. hinausfliegen (nach draußen fliegen):

hinausfliegen

eruit [o. naar buiten] vliegen

2. hinausfliegen ugs (hinausgeworfen werden):

hinausfliegen

eruit gestuurd [o. gegooid] worden

hin·ˈaus·fin·den VERB intr unreg

hinausfinden

de weg eruit [o. naar buiten] vinden

hin·ˈaus·ja·gen¹ VERB intr

hinausjagen

er snel vandoor gaan

hin·ˈaus·leh·nen VERB refl

hinauslehnen

naar buiten leunen