Übersetzungen für „immediatisieren“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

de·mo·kra·ti·ˈsie·ren [demokratiˈziːrən] VERB trans

demokratisieren

democratiseren

prä·di·ka·ti·ˈsie·ren [prɛdikatiˈziːrən] VERB trans (z. B. einen Film)

prädikatisieren

van een predicaat voorzien

prädikatisieren

er een predicaat aan geven

sche·ma·ti·ˈsie·ren [ʃematiˈziːrən] VERB trans

1. schematisieren (schematisch darstellen):

schematisieren

schematiseren

schematisieren

schematisch voorstellen

2. schematisieren abw (stark vereinfachen):

schematisieren

simplificeren

schematisieren

(sterk) vereenvoudigen

dra·ma·ti·ˈsie·ren [dramatiˈziːrən] VERB trans

1. dramatisieren LIT:

dramatisieren

dramatiseren

2. dramatisieren übtr (übertreiben):

dramatisieren

dramatiseren

dramatisieren

sterk overdrijven

seine Krankheiten dramatisieren

dramatisch doen over z'n ziekten

kli·ma·ti·ˈsie·ren [klimatiˈziːrən] VERB trans

klimatisieren

klimatiseren

pri·va·ti·ˈsie·ren¹ [privatiˈziːrən] VERB intr

privatisieren

rentenieren

au·to·ma·ti·ˈsie·ren [-matiˈziːrən] VERB trans ugs

automatisieren

automatiseren

stig·ma·ti·ˈsie·ren [-ˈziːrən] VERB trans geh

stigmatisieren REL

stigmatiseren

stigmatisieren übtr a. SOZIOL

brandmerken

ak·kli·ma·ti·ˈsie·ren [aklimatiˈziːrən] VERB refl geh

akklimatisieren (sich gewöhnen)

zich gewennen

akklimatisieren (sich gewöhnen)

zich aanpassen

akklimatisieren (sich einleben)

zich acclimat(is)eren

re·pri·va·ti·ˈsie·ren [reprivatiˈziːrən] VERB trans

reprivatisieren

in particulier bezit terugbrengen

sys·te·ma·ti·ˈsie·ren [zʏstematiˈziːrən] VERB trans

systematisieren

systematiseren

po·e·ti·ˈsie·ren [poetiˈziːrən] VERB trans

poetisieren

poëtiseren

amor·ti·ˈsie·ren¹ [amɔrtiˈziːrən] VERB trans (tilgen)

amortisieren

amortiseren

amortisieren

delgen

amortisieren

aflossen

kri·ti·ˈsie·ren [kritiˈziːrən] VERB trans

1. kritisieren:

kritisieren

bekritiseren

kritisieren

kritiek uitoefenen

kritisieren

afkeuren

an allem etw zu kritisieren haben

op alles iets aan te merken hebben

2. kritisieren LIT:

kritisieren

kritiseren

kritisieren

recenseren

kritisieren

beoordelen

po·li·ti·ˈsie·ren³ [politiˈziːrən] VERB refl geh (politisch aktiv werden)

politisieren

politiek bewust [o. actief] worden

im·mi·ˈgrie·ren [-ˈgriːrən] VERB intr

immigrieren

immigreren

ma·gne·ti·ˈsie·ren [-tiˈziːrən] VERB trans (magnetisch machen)

magnetisieren

magnetiseren

ro·man·ti·ˈsie·ren [romantiˈziːrən] VERB trans

romantisieren

romantiseren