Übersetzungen für „industriepflanze“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

In·dus·ˈtrie·land SUBST nt

Industrieland POL, WIRTSCH

industrieland

Industrieland POL, WIRTSCH

geïndustrialiseerd land nt

in·dus·tri·ˈell [ɪndʊstriˈɛl] ADJ

industriell

industrieel

industrielle Erzeugnisse

producten van de industrie

die industrielle Revolution

de industriële revolutie

In·dus·ˈtrie·kauf·mann (-kauf·frau) SUBST m (f)

Industriekaufmann (-kauf·frau)

commercieel-administratief medewerker in de industrie(commercieel-administratief medewerkster in de industrie) m (f)

ˈNutz·pflan·ze SUBST f

Nutzpflanze

nuttig gewas nt

Nutzpflanze

voedingsgewas

ˈFut·ter·pflan·ze SUBST f

Futterpflanze

voederplant

Futterpflanze

voedergewas

ˈWas·ser·pflan·ze SUBST f

Wasserpflanze

waterplant

in·dus·tri·a·li·ˈsie·ren [ɪndʊstri̯aliˈziːrən] VERB trans

industrialisieren

industrialiseren

In·dus·ˈtrie <Industrie, Industrien> [ɪndʊsˈtriː, -ˈtriːən] SUBST f

Industrie

industrie

Industrie

nijverheid

Industrie

fabriekswezen

er wird in die Industrie gehen

hij gaat in de industrie werken

In·dus·ˈtrie·zweig SUBST m

Industriezweig

industrietak

Industriezweig

bedrijfstak

ˈGrün·pflan·ze SUBST f

Grünpflanze

groene plant

ˈHeil·pflan·ze SUBST f

Heilpflanze

geneeskrachtige plant

Heilpflanze

heelkruid

ˈZier·pflan·ze SUBST f

Zierpflanze

sierplant

Arz·ˈnei·pflan·ze SUBST f

Arzneipflanze

geneeskrachtige plant

Ge·ˈwürz·pflan·ze SUBST f

Gewürzpflanze

specerijplant

ˈZim·mer·pflan·ze SUBST f

Zimmerpflanze

kamerplant