Übersetzungen für „liegepolster“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈFett·pols·ter SUBST nt

1. Fettpolster ugs:

Fettpolster

vetkussen(tje)

Fettpolster

vetlaag

2. Fettpolster (Reserve):

Fettpolster

reserve(kapitaal)

ˈLie·ge·platz SUBST m NAUT

Liegeplatz

ligplaats

ˈZie·gel·stein SUBST m

Ziegelstein

baksteen

ˈSchul·ter·pols·ter SUBST nt

Schulterpolster

schoudervulling

ˈhol·ter·die·ˈpol·ter [hɔltɐdiˈpɔltɐ] ADV ugs

holterdiepolter

holderdebolder

holterdiepolter

halsoverkop

ˈLie·ge·wie·se SUBST f

Liegewiese

zonneweide

Liegewiese

ligweide

ˈpols·tern [ˈpɔlstɐn] VERB trans ugs (finanziell absichern, mit Polster versehen)

polstern

stofferen

polstern

(op)vullen

polstern

bekleden

gut gepolstert sein ugs scherzh

mollig zijn

gut gepolstert sein ugs scherzh

goed in de slappe was zitten

gepolsterte Schultern

schouders met vullingen

ˈPols·ter <Polsters, Polster> [ˈpɔlstɐ] SUBST nt

1. Polster A (Kissen):

Polster

kussen nt

Polster

peluw

Polster

zitting

2. Polster MODE (Kleidung, Polsterung):

Polster

vulling

3. Polster BOT (Wuchsform von Polsterpflanzen):

Polster

kussentje nt

Polster

pol(letje)

4. Polster FIN übtr (Reserve):

Polster

appeltje nt voor de dorst

Polster

buffer

Polster

reserve

ein finanzielles Polster haben

een financiële buffer [o. reserve] hebben

ein finanzielles Polster haben

geld achter de hand hebben