Übersetzungen für „lokalbestimmung“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈZoll·be·stim·mun·gen SUBST Pl

Zollbestimmungen

douanebepalingen

Zollbestimmungen

invoerbepalingen

Zollbestimmungen

douanevoorschriften

ˈMit·be·stim·mung SUBST f kein Pl

Mitbestimmung (Mitentscheidung)

inspraak

Mitbestimmung (das Mitbestimmen)

medezeggenschap

die betriebliche Mitbestimmung

de medezeggenschap binnen een bedrijf

ˈMuss·be·stim·mung SUBST f

Mussbestimmung

dwingende [o. bindende] bepaling

ˈOrts·be·stim·mung SUBST f

1. Ortsbestimmung GEOG:

Ortsbestimmung

plaatsbepaling

Ortsbestimmung

positiebepaling

2. Ortsbestimmung LING:

Ortsbestimmung

bepaling van plaats

ˈKann·be·stim·mung SUBST f

Kannbestimmung

niet-verplichtende [o. niet-bindende] bepaling

ˈUr·ab·stim·mung SUBST f

Urabstimmung

stemming van de vakbondsleden over het al of niet staken

Ad·ver·bi·ˈal·be·stim·mung SUBST f

Adverbialbestimmung

bijwoordelijke [o. adverbiale] bepaling

ˈSelbst·be·stim·mung SUBST f

Selbstbestimmung

zelfbeschikking

Be·ˈstim·mung <Bestimmung, Bestimmungen> SUBST f

1. Bestimmung (das Bestimmen, Festsetzen):

Bestimmung

bepaling nt

2. Bestimmung (Ziel, Zweck):

Bestimmung

bestemming

Bestimmung

doel nt

3. Bestimmung (Schicksal):

Bestimmung

lot nt

Bestimmung

roeping

Bestimmung

(voor)beschikking

das ist höhere Bestimmung

dat is hogere beschikking

das war Bestimmung

dat was zo voorbestemd

4. Bestimmung (Ernennung):

Bestimmung

aanwijzing

5. Bestimmung LING:

Bestimmung

bepaling

ˈAb·stim·mung SUBST f

1. Abstimmung RADIO:

Abstimmung

stemming

eine Abstimmung vornehmen (Anpassung durch mechanische Einstellung)

een stemming houden

zur Abstimmung bringen ADMIN

in stemming brengen

zur Abstimmung schreiten (Stimmabgabe)

tot stemming overgaan

ein Antrag gelangt [o. kommt] zur Abstimmung

over een motie wordt gestemd

2. Abstimmung (harmonische Kombination):

Abstimmung

afstemming

Abstimmung

het afstemmen

ˈHoch·stim·mung SUBST f

Hochstimmung

feestelijke stemming