Übersetzungen für „plotte“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈFlot·te² <Flotte, Flotten> [ˈflɔtə] SUBST f

1. Flotte:

Flotte

(oorlogs)vloot

2. Flotte:

Flotte

vloot

Flotte

handelsvloot

Flotte

vissersvloot

3. Flotte:

Flotte

groot (vracht)wagenpark

ˈPlot·ter <Plotters, Plotter> [ˈplɔtɐ] SUBST m COMPUT

Plotter

plotter

ˈSprot·te <Sprotte, Sprotten> [ˈʃprɔtə] SUBST f BIO

Sprotte

sprot

ˈplät·ten [ˈplɛtn̩] VERB trans regional

plätten

strijken

plätten

persen

ˈPlat·te <Platte, Platten> [ˈplatə] SUBST f

1. Platte:

Platte

plaat

2. Platte (Kochplatte):

Platte

(haard)plaat

Platte

(kachel)plaat

3. Platte (Metalltafel):

Platte

(tafel)blad

4. Platte (Steinplatte):

Platte

(graf)zerk

5. Platte GASTRO (Servierteller, Gericht):

Platte

schotel

eine kalte Platte

een koude schotel

6. Platte (Schallplatte):

Platte FOTO, KUNST, MUS

plaat

etw auf der Platte haben ugs übtr

iets onder de knie hebben

eine neue [o. andere] Platte auflegen ugs

over iets anders praten

eine Platte hören

naar een (grammofoon)plaat luisteren

die Platte kenne ich! ugs

dat verhaal ken ik!

ständig dieselbe [o. die gleiche] [o. die alte] Platte laufen lassen ugs

steeds weer hetzelfde vertellen

7. Platte ugs (Glatze):

Platte

kaal hoofd nt

Platte

kale kruin

Platte

tonsuur

8. Platte GEOG:

Platte

bergplateau

Platte

gladde rots

9. Platte ugs ARCHIT:

Platte (in der ehemaligen DDR)

(beton)plaat

Platte (im weiteren Sinn)

flat(gebouw)

Platte (im weiteren Sinn)

flatwijk

jdn von der Platte putzen ugs

iem inmaken

ˈMot·te <Motte, Motten> [ˈmɔtə] SUBST f

Motte

mot

ˈGrot·te <Grotte, Grotten> [ˈgrɔtə] SUBST f

Grotte

grot

Grotte

hol nt

ˈplei·te [ˈpl͜aitə] ADJ

1. pleite ugs (bankrott):

pleite

bankroet

pleite

failliet

pleite

op de fles

pleite sein

failliet [o. bankroet] zijn

2. pleite ugs scherzh (blank sein):

pleite

blut

pleite

platzak