Übersetzungen für „schulmensa“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈschul·den [ˈʃʊldn̩] VERB trans

schulden

schuldig [o. verschuldigd] zijn

ˈschuld·los [ˈʃʊltloːs] ADJ

schuldlos

schuld(e)loos

schuldlos

onschuldig

ˈschul·tern [ˈʃʊltɐn] VERB trans

1. schultern (tragen):

schultern

schouderen

schultern

op de schouder(s) nemen [o. dragen]

2. schultern (beim Ringen):

schultern

met de schouders op de mat(ras) drukken

ˈschul·meis·ter·lich ADJ abw

schulmeisterlich

schoolmeesterachtig

schulmeisterlich

pedant

ˈSchul·ter <Schulter, Schultern> [ˈʃʊltɐ] SUBST f

Schulter

schouder

auf beiden Schultern (Wasser) tragen übtr

beide partijen willen steunen

etw auf die leichte Schulter nehmen übtr

iets (te) licht [o. gemakkelijk] opnemen

jdm die kalte Schulter zeigen ugs übtr

iem de rug toekeren

mit den Schultern zucken

de schouders ophalen

mit den Schultern zucken

schokschouderen

jdm über die Schultern gucken

bij iem over de schouder kijken

ˈSchu·lung <Schulung, Schulungen> [ˈʃuːlʊŋ] SUBST f

1. Schulung (Ausbildung):

Schulung

scholing

Schulung

training

Schulung

opleiding

2. Schulung (Geschultsein):

Schulung

geoefendheid

Schulung

geschooldheid

Schulung

vaardigheid

3. Schulung (Lehrgang):

Schulung

cursus

ˈschul·dig [ˈʃʊldɪç] ADJ

schuldig

schuldig

schuldig

verschuldigd

ich habe mich schuldig bekannt (verantwortlich)

ik heb (mijn) schuld bekend

jdm nichts schuldig bleiben übtr (verpflichtet)

iem met gelijke munt betalen

sich etw schuldig machen

zich aan iets schuldig maken

des Mordes schuldig JUR

schuldig aan moord

jdm etw schuldig sein

iem iets verschuldigd zijn

ˈSchul·weg SUBST m

Schulweg

weg (van en) naar school

ˈschu·lisch [ˈʃuːlɪʃ] ADJ

schulisch (die Schule betreffend)

m.b.t. school

schulisch (die Schule betreffend)

school-

schulisch (den Unterricht betreffend)

schools

die schulische Bildung

de schoolopleiding

ˈSchul·bank <Schulbänke> SUBST f ugs

Schulbank

schoolbank

Schulbank

lessenaar

ˈSchuld·ner(in) <Schuldners, Schuldner> [ˈʃʊldnɐ] SUBST m(f)

Schuldner(in)

schuldenaar(schuldenares) m (f)

Schuldner(in)

debiteur(debitrice) m (f)

ˈschul·frei ADJ

schulfrei

vrijaf

schulfrei

vrij (van school)

ˈSchul·geld <Schulgeld(e)s> SUBST nt kein Pl

Schulgeld

schoolgeld nt

Schulgeld

lesgeld nt

du kannst dir dein Schulgeld wiedergeben lassen! ugs scherzh

je moet je schoolgeld terug gaan halen!

ˈSchul·heft SUBST nt

Schulheft

(school)schrift

Schulheft

cahier nt

ˈSchul·zeit SUBST f

Schulzeit

schooltijd

Schulzeit

schooljaren

ˈschuld·frei ADJ

schuldfrei

vrij van schuld

schuldfrei

onschuldig