Übersetzungen für „staubgeboren“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈan·ge·bo·ren ADJ MED

angeboren

aangeboren

Heiterkeit ist ihm angeboren ugs übtr

hij heeft van nature een opgewekt karakter

ˈneu·ge·bo·ren ADJ

neugeboren

nieuwgeboren

neugeboren

pasgeboren

sich wie neugeboren fühlen übtr

zich als herboren voelen

ˈein·ge·bo·ren ADJ

1. eingeboren (einheimisch):

eingeboren

ingeboren

eingeboren

inheems

2. eingeboren geh (angeboren):

eingeboren

ingeboren

eingeboren

aangeboren

ˈStaub·korn <Staubkörner> SUBST nt

Staubkorn

stofje nt

Staubkorn

stofdeeltje

ˈStau·be·cken SUBST nt

Staubecken

stuwbekken nt

Staubecken

stuwmeer nt

ˈstaub·sau·gen <staubsaugte, staubgesaugt> VERB trans

staubsaugen

(stof)zuigen

ˈstaub·tro·cken ADJ

1. staubtrocken:

staubtrocken

kurkdroog

2. staubtrocken fachspr:

staubtrocken

stofdroog

ˈStaub·ge·fäß SUBST nt BOT

Staubgefäß

meeldraad

ˈStaub·we·del SUBST m

Staubwedel

stoffer

Staubwedel

plumeau

ˈstau·chen [ˈ-xn̩] VERB trans

1. stauchen:

stauchen

stoten

stauchen

duwen

2. stauchen TECH:

stauchen

stuiken

stauchen

opstuiken

stauchen

samendrukken

3. stauchen ugs:

stauchen

een uitbrander geven

stauchen

de mantel uitvegen