Übersetzungen für „duizend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

dui·zend¹ [dœyzənt] SUBST f

duizend

Tausend f

dui·zend² [dœyzənt] NUM

1. duizend (telwoord):

duizend

tausend inv

duizend

Tausend nt

een paar duizend euro

einige [o. ein paar] Tausend Euro

een briefje van duizend mark

ein Tausendmarkschein

2. duizend übtr (bijzonder veel):

duizend

tausend

duizend

Tausend

duizenden burgers

Tausende von Bürgern

hij kent duizend en één moppen

er kennt jede Menge Witze

dat loopt in de duizenden

das geht in die Tausende

hij is er één uit duizend(en)

er ist ein Goldstück

dui·zend³ [dœyzənt] NUM

duizend

tausendste(r, s)

Beispielsätze für duizend

(duizend) bommen en granaten! übtr

Donner und Doria! ugs

een paar duizend euro

einige [o. ein paar] Tausend Euro

duizend angsten uitstaan

in tausend Ängsten schweben [o. sein]

een briefje van duizend mark

ein Tausendmarkschein

een som van duizend euro

eine Summe von tausend Euro

hij kent duizend en één moppen

er kennt jede Menge Witze