Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „huizenprijzen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

hui·zen·rij: Nomen
aan·prij·zen: Verb
mis·prij·zen: Verb
her·rij·zen: Verb
op·rij·zen: Verb
ver·rij·zen: Verb
ver·grij·zen: Verb
uit·wij·zen: Verb

Meintest du vielleicht: huizenrij , herrijzen , misprijzen , aanprijzen , uitwijzen , vergrijzen , verrijzen und oprijzen

hui·zen·rij <huizenrij|en> [hœyzə(n)rɛɪ] SUBST f

aan·prij·zen <prees aan, h. aangeprezen> [amprɛizə(n)] VERB trans

mis·prij·zen <misprees, h. misprezen> [mɪsprɛizə(n)] VERB trans

her·rij·zen <herrees, i. herrezen> [hɛrɛizə(n)] VERB intr

(wieder) erstehen

op·rij·zen <rees op, i. opgerezen> [ɔprɛizə(n)] VERB intr

1. oprijzen (omhoogrijzen):

aan de hemel oprijzen

in den Himmel ragen

de toren rees op boven de stad

der Turm erhob sich über der Stadt

2. oprijzen (opstaan):

sich aufrichten

3. oprijzen (ontstaan):

sich einstellen

de gedachte rees bij mij op

der Gedanke stieg in mir auf

er rees twijfel op

Zweifel erwachte(n)

4. oprijzen (zich voordoen):

hier rezen nieuwe moeilijkheden op

hier ergaben sich neue Schwierigkeiten

ver·rij·zen <verrees, i. verrezen> [vərɛizə(n)] VERB intr

1. verrijzen:

verrijzen (oprijzen)

verrijzen ((hoog) oprijzen)

2. verrijzen (opstaan):

uit de dood verrijzen

von den Toten auferstehen

3. verrijzen (opkomen):

doen verrijzen

aufschießen lassen

ver·grij·zen <vergrijsde, i. vergrijsd> [vərɣrɛizə(n)] VERB intr

vergrijzen (grijze haren krijgen)

een vergrijsde bevolking

eine überalterte Bevölkerung

uit·wij·zen <wees uit, h. uitgewezen> [œytwɛizə(n)] VERB trans

1. uitwijzen (aantonen):

nader onderzoek zal het uitwijzen

das wird sich bei genauerer Untersuchung zeigen

dat zal zich spoedig uitwijzen

das wird sich schnell zeigen

2. uitwijzen (uit het land zetten):

3. uitwijzen (beslissen):

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski