Übersetzungen für „inzetten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

in·zet·ten¹ <zette in, h. ingezet> [ɪnzɛtə(n)] VERB trans

1. inzetten (aanbrengen):

inzetten

einsetzen

een ruit/edelstenen inzetten

eine Scheibe einsetzen/Edelsteine einlassen

2. inzetten (in actie laten komen):

inzetten

einsetzen

zijn leven ervoor inzetten übtr

sein Leben dafür einsetzen

troepen inzetten

Truppen einsetzen

3. inzetten (beginnen te doen):

inzetten

aufnehmen

inzetten

ansetzen zu +Dat

de achtervolging inzetten

die Verfolgung aufnehmen

de achtervolging inzetten

zur Verfolgung ansetzen

4. inzetten:

inzetten SPORT, muz.

einsetzen

in·zet·ten² <zette in, h. ingezet> [ɪnzɛtə(n)] VERB intr

1. inzetten (beginnen):

inzetten

einsetzen

2. inzetten (veiling):

inzetten

aufbieten

de veilingmeester zette in op vijftig euro

der Auktionator bot mit fünfzig Euro auf

3. inzetten muz.:

inzetten

anstimmen

in·zet·ten³ <zette zich in, h. zich ingezet> [ɪnzɛtə(n)] VERB wk ww

inzetten zich inzetten (zijn best doen):

inzetten

sich (für etw/jdn) einsetzen

Beispielsätze für inzetten

troepen inzetten

Truppen einsetzen

zijn leven ervoor inzetten übtr

sein Leben dafür einsetzen

de spurt inzetten

zum Spurt ansetzen

een ruit inzetten

eine Scheibe einsetzen

de achtervolging inzetten

die Verfolgung aufnehmen

een ruit/edelstenen inzetten

eine Scheibe einsetzen/Edelsteine einlassen