Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „opening“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ope·ning <opening|en> [opənɪŋ] SUBST f

1. opening (het openen):

opening
opening
Öffnen nt
de opening van het testament

2. opening (het voor het eerst openstellen):

opening

3. opening (gat):

opening

4. opening (het beginnen):

opening

5. opening SPORT:

opening
opening van zaken geven

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski