Übersetzungen für „precies“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

pre·cies <precieze, preciezer, preciest> [prəsis] ADJ

precies

genau

precies

präzis(e) form

iets precies begrijpen

etw genau verstehen

een heel precies werkje

eine kniff(e)lige Arbeit

precies om twaalf uur

Punkt zwölf (Uhr)

precies op tijd op school zijn

pünktlich in der Schule sein

zij is zeer precies op haar auto

sie schont ihren Wagen sehr

je komt precies op tijd voor de cake

du kommst gerade richtig zum Kuchenessen

dit vest past precies

diese Jacke passt genau

hij is precies zijn vader

er ist ganz der Vater

precies!

genau!

Beispielsätze für precies

precies!

genau!

pijnlijk precies

peinlich genau

om vijf uur precies

um Punkt fünf Uhr

dat is precies pas

das passt genau

een heel precies werkje

eine kniff(e)lige Arbeit

precies om twaalf uur

Punkt zwölf (Uhr)

dit vest past precies

diese Jacke passt genau

het is precies omgekeerd

es ist genau umgekehrt

iets precies begrijpen

etw genau verstehen

wie komen er nu precies?

wer kommt denn nun alles genau?

ze is precies haar moeder

sie ist ganz die Mutter

dat touw is precies goed

diese Schnur ist genau richtig

net, precies wat u zegt

genau wie Sie sagen

hij is precies zijn vader

er ist ganz der Vater

precies tot op de cent

auf den Cent genau

mij is het precies zo vergaan

mir ist es genau so ergangen

precies op tijd op school zijn

pünktlich in der Schule sein

dat was precies in zijn straatje übtr

≈ das war für ihn ein gefundenes Fressen

zij is zeer precies op haar auto

sie schont ihren Wagen sehr

je komt precies op tijd voor de cake

du kommst gerade richtig zum Kuchenessen