Übersetzungen für „werd“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

werd VERB

werd 3. Pers Sg Imperf van worden¹, worden²

Siehe auch: worden , worden

wor·den² <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VERB Aux (ter aanduiding van de lijdende vorm)

worden

werden

er wordt gebeld

es klingelt

er werd gedanst

es wurde getanzt

de bus wordt om zes uur gelicht

der Briefkasten wird um sechs Uhr geleert

wor·den¹ <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VERB mod Aux

1. worden (in de genoemde toestand raken):

worden

werden

de zieke wordt al beter

es geht dem Kranken schon besser

2. worden (de genoemde hoedanigheid krijgen):

worden

werden

dokter worden

Arzt werden

dat wordt niets

das [o. daraus] wird nichts

dat wordt nog wat tussen hen

mit den beiden wird es noch etwas

wat is er van hem geworden?

was ist aus ihm geworden?

Übersetzungen für „werd“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

be·ˈkannt·wer·den VERB intr unreg

bekanntwerden → bekannt

Siehe auch: bekannt

be·ˈkannt [bəˈkant] ADJ

bekannt

bekend

etw bekannt geben

iets bekendmaken [o. verklaren]

etw bekannt geben

iets me(d)edelen

etw bekannt geben

iets laten weten

ich habe ihn mit der neuen Regelung bekannt gemacht

ik heb hem van de nieuwe regeling in kennis gesteld

sie sind gut (miteinander) bekannt

ze kennen elkaar goed

etw bekannt machen

iets bekendmaken [o. me(d)edelen] [o. publiceren]

darf ich bekannt machen?

mag ik voorstellen?

ich machte ihn mit ihr bekannt

ik stelde hem aan haar voor

mit jdm bekannt werden

met iem kennismaken

mit jdm bekannt werden

iem leren kennen

ˈlos·wer·den VERB trans unreg

loswerden

kwijtraken

etw loswerden wollen

iets kwijt willen (raken)

etw loswerden wollen

zijn hart willen uitstorten

Beispielsätze für werd

er werd overeengekomen dat …

es wurde vereinbart, dass …

dat werd hem noodlottig

das wurde ihm zum Verhängnis

hij werd gruwelijk mishandeld

er wurde grausam misshandelt

de arrestant werd weggeleid

der Verhaftete wurde abgeführt

eindelijk! het werd tijd!

endlich! das wurde aber auch Zeit!

de bedrieger werd ontmaskerd

der Betrüger wurde entlarvt [o. demaskiert]

hij werd niet geloofd

man glaubte ihm nicht

het feit werd openbaar

die Tatsache wurde allgemein bekannt

hij werd bepaald grof

er wurde geradezu [o. richtiggehend] grob

het seizoen werd geopend

die Konzertsaison wurde eröffnet

waardoor werd hij ziek?

wodurch wurde er krank?

zijn rijbewijs werd afgenomen

sein Führerschein wurde ihm entzogen

zijn val werd gebroken

sein Sturz wurde abgefangen

dat werd zijn noodlot

das wurde ihm zum Verhängnis

de stad werd herwonnen

die Stadt wurde zurückerobert

het debat werd heropend

die Debatte wurde fortgesetzt

ik werd opgehouden

ich wurde aufgehalten

er werd gedanst

es wurde getanzt

zij werd onpasselijk

ihr wurde übel [o. schlecht]

ik heb het niet meer!

ich werd nicht mehr! ugs