Übersetzungen für „advies“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ad·vies <adviezen> [ɑtfis] SUBST nt

1. advies:

advies (raad)

Rat m selten Pl

advies (raad)

Ratschlag m

advies (schriftelijk rapport)

Gutachten nt

advies (het aanraden)

Anraten nt

advies (aanbeveling)

Empfehlung f

een bindend advies

ein verbindlicher Rat

in advies houden

erwägen

een advies inwinnen (ambtshalve, officieel)

ein Gutachten einholen

op advies van de dokter

auf Anraten des Arztes

tegen zijn advies in jur.

seinem Gutachten zuwider

advies uitbrengen (ambtshalve, officieel)

ein Gutachten abgeben

iem van advies dienen

jdn beraten

iem advies vragen

jdn um Rat fragen [o. bitten]

2. advies econ. (kennisgeving, machtiging):

advies

Avis m

volgens/zonder advies

laut/ohne Avis

Beispielsätze für advies

advies uitbrengen (ambtshalve, officieel)

ein Gutachten abgeben

tegen zijn advies in jur.

seinem Gutachten zuwider

zich een advies aantrekken

sich Dat einen Rat zu Herzen nehmen

iem van advies dienen

jdn beraten

een bindend advies

ein verbindlicher Rat

in advies houden

erwägen

een advies inwinnen (ambtshalve, officieel)

ein Gutachten einholen

iem advies vragen

jdn um Rat fragen [o. bitten]

op medisch advies

nach ärztlicher Anweisung

het deskundig advies

das Gutachten

volgens/zonder advies

laut/ohne Avis

op advies van de dokter

auf Anraten des Arztes

een advies in de wind slaan übtr

einen Rat in den Wind schlagen

in een zaak zich naar iems advies gedragen

in einer Angelegenheit jds Rat befolgen