Übersetzungen für „bindvliesontsteking“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

her·sen·vlies·ont·ste·king [hɛrsə(n)vlisɔntstekɪŋ] SUBST f geen Pl

hersenvliesontsteking

Gehirnhautentzündung f

blin·de·darm·ont·ste·king <blindedarmontsteking|en> [blɪndədɑrmɔntstekɪŋ] SUBST f

blindedarmontsteking

Blinddarmentzündung f

blaas·ont·ste·king <blaasontsteking|en> [blasɔntstekɪŋ] SUBST f

blaasontsteking

Blasenentzündung f

blaasontsteking

Blasenkatarr(h) m

ge·wrichts·ont·ste·king <gewrichtsontsteking|en> [ɣəvrɪx(t)sɔntstekɪŋ] SUBST f

gewrichtsontsteking

Gelenkentzündung f

gewrichtsontsteking

Arthritis f fachspr

long·ont·ste·king <longontsteking|en> [lɔŋɔntstekɪŋ] SUBST f

longontsteking

Lungenentzündung f

dubbele longontsteking

beidseitige Lungenentzündung f

zelf·ont·ste·king [zɛlfɔntstekɪŋ] SUBST f geen Pl AUTO

zelfontsteking

Selbstzünder m

keel·ont·ste·king <keelontsteking|en> [kelɔntstekɪŋ] SUBST f

keelontsteking

Halsentzündung f

ont·ste·king <ontsteking|en> [ɔntstekɪŋ] SUBST f

1. ontsteking (aansteking):

ontsteking

Anzünden nt

2. ontsteking med.:

ontsteking

Entzündung f

3. ontsteking (verbrandingsmotor):

ontsteking

Zündung f

4. ontsteking gesch.:

ontsteking

Zünder m