Übersetzungen für „uitheriing“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈBrat·he·ring SUBST m

Brathering

panharing

ˈweit·her·zig ADJ

weitherzig

breed van opvatting

weitherzig

ruimdenkend

ˈEhe·ring SUBST m

Ehering

trouwring

bis·ˈhe·rig [bɪsˈheːrɪç] ADJ

bisherig

tot nu toe (geldend [o. aanwezig] )

im Bisherigen

in het voorafgaande

im Bisherigen

tot dusver(re)

mein bisheriges Leben

mijn leven tot nu toe

die bisherigen Nachrichten

de tot nu toe binnengekomen [o. ontvangen] berichten

die bisherige Regierung

de (nu nog) zittende [o. tot nu toe fungerende] regering

die bisherige Regierung

de aftredende regering

äˈthe·risch [ɛˈteːrɪʃ] ADJ

ätherisch

etherisch

eine ätherische Erscheinung

een etherische verschijning

ˈlu·the·risch [ˈlʊtərɪʃ] ADJ

lutherisch

luthers

ˈSalz·he·ring SUBST m

Salzhering

pekelharing

Salzhering

zoute haring

ˈMat·jes·he·ring [ˈmatjəsheːrɪŋ] SUBST m

Matjeshering

maatjesharing

ˈHe·ring <Herings, Heringe> [ˈheːrɪŋ] SUBST m

1. Hering (Fisch):

Hering

haring

2. Hering ugs übtr (Zeltpflock):

Hering

lange slungel

ˈmit·hel·fen VERB intr unreg

mithelfen

meehelpen

ˈZi·ther <Zither, Zithern> [ˈ͜tsitɐ] SUBST f MUS

Zither

citer

ˈlö·ch·rig, ˈlö·che·rig [ˈlœç(ə)rɪç] ADJ

löchrig

vol gaten

vor·ˈhe·rig [foːɐ̯ˈheːrɪç, ˈfoːɐ̯-] ADJ

vorherig

voorafgaand

vorherig

vorig