Übersetzungen für „vertalen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·ta·len <vertaalde, h. vertaald> [vərtalə(n)] VERB trans

1. vertalen (in een andere taal overbrengen):

vertalen

übersetzen

vertalen

übertragen

een woord in het Duits vertalen

ein Wort ins Deutsche übersetzen

2. vertalen (weergeven in een andere vorm):

vertalen

übertragen

vertalen

umsetzen

het geleerde vertalen naar de praktijksituatie

das Gelernte in die Praxis umsetzen

Beispielsätze für vertalen

de tekst woordelijk vertalen

den Text (wort)wörtlich [o. wortgetreu] übersetzen

het simultaan vertalen

das Simultanübersetzen

iets woord voor woord vertalen

etw (wort)wörtlich übersetzen

een woord in het Duits vertalen

ein Wort ins Deutsche übersetzen

het geleerde vertalen naar de praktijksituatie

das Gelernte in die Praxis umsetzen