Übersetzungen für „beschaving“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·scha·ving <beschaving|en> [bəsxavɪŋ] SUBST f

1. beschaving (toestand van beschaafdheid):

beschaving

Kultur f

beschaving

Zivilisation f

een hoge trap van beschaving

eine hohe Kulturstufe

2. beschaving (het beschaafd zijn):

beschaving

Kultur kein Pl

beschaving

Bildung f

beschaving

Anstand m

innerlijke beschaving

innere Bildung

Beispielsätze für beschaving

innerlijke beschaving

innere Bildung

de westerse beschaving

die westliche Kultur

een verdwenen beschaving

eine versunkene Kultur

de hoofdsteden van de beschaving

die wichtigsten Kulturzentren

een hoge trap van beschaving

eine hohe Kulturstufe