Übersetzungen für „betaalmuur“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

be·taal·baar <betaalbare, betaalbaarder, betaalbaarst> [bətalbar] ADJ

1. betaalbaar (te betalen):

betaalbaar

erschwinglich

betaalbaar

bezahlbar

2. betaalbaar econ.:

betaalbaar

zahlbar

be·taal·kaart <betaalkaart|en> [bətalkart] SUBST f

betaalkaart

Postbarscheck m

be·taal·pas <betaalpas|sen> [bətalpɑs] SUBST m

betaalpas

Scheckkarte f

be·taal·paal <betaal|palen> [bətalpal] SUBST m

betaalpaal

elektronische Zahlstelle f an gebührenpflichtigen Autostraßen

draag·muur <draag|muren> [draxmyr] SUBST m

draagmuur

Tragmauer f

be·taald [bətalt] ADJ

1. betaald (beroeps):

betaald

berufsmäßig

betaald

Berufs-

2. betaald (gekocht, gehuurd):

betaald

gedungen

betaalde moordenaars

gedungene(n) Mörder Pl

iem iets betaald zetten

jdm etw heimzahlen

be·taal·mid·del <betaalmiddel|en> [bətalmɪdəl] SUBST nt

betaalmiddel

Zahlungsmittel nt

be·taal·cheque <betaalcheque|s> [bətalʃɛk] SUBST m

betaalcheque

Barscheck m