Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „buiten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bui·ten1 <buiten|s> [bœytə(n)] SUBST nt

buiten
buiten (landgoed)
Landgut nt
buiten (groot landgoed)

bui·ten3 [bœytə(n)] PRÄP

3. buiten (behalve):

buiten

4. buiten (zonder):

buiten
zich buiten adem lopen
buiten kennis
buiten mij om
hij kon niet buiten mij
buiten twijfel [o. kijf ]
buiten twijfel [o. kijf ]
buiten twijfel [o. kijf ]
buiten spel staan SPORT
buiten westen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski