Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aangeven“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·ge·ven <gaf aan, h. aangegeven> [aŋɣevə(n)] VERB trans

1. aangeven (overhandigen):

aangeven
kun je me dat aangeven?

2. aangeven (bekendmaken):

aangeven
aangeven
de koers aangeven

3. aangeven (ter kennis brengen van de overheid):

aangeven
een dief aangeven

4. aangeven (met tekens aanduiden):

aangeven

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski