Übersetzungen für „aanmerking“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

aan·mer·king <aanmerking|en> [amɛrkɪŋ] SUBST f

1. aanmerking (afkeurende opmerking):

aanmerking

Einwand m

op iets aanmerkingen maken

etw beanstanden

op- of aanmerkingen maken

Einwände vorbringen

2. aanmerking (opmerking):

aanmerking

Bemerkung f

in aanmerking komen

in Betracht kommen

in aanmerking nemen

in Betracht ziehen

het feit in aanmerking genomen dat …

in Anbetracht der Tatsache, dass …

Beispielsätze für aanmerking

in aanmerking komen

in Betracht kommen

in aanmerking nemen

in Betracht ziehen

verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen

jdm mildernde Umstände zubilligen

het feit in aanmerking genomen dat …

in Anbetracht der Tatsache, dass …