Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aanspoelen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·spoe·len1 <spoelde aan, h. aangespoeld> [anspulə(n)] VERB trans

1. aanspoelen (op het strand werpen):

aanspoelen

2. aanspoelen (vormen door aanslibbing):

aanspoelen

aan·spoe·len2 <spoelde aan, i. aangespoeld> [anspulə(n)] VERB intr (aan wal komen drijven)

aanspoelen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski