Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „berekenen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·re·ke·nen <berekende, h. berekend> [bərekənə(n)] VERB trans

1. berekenen:

berekenen (rekenen)
berekenen (rekenen)
berekenen (na lang rekenen)

2. berekenen (in rekening brengen):

berekenen
berekenen
achteraf berekenen

3. berekenen:

berekenen (uit gegevens afleiden)
berekenen (uit gegevens afleiden)
berekenen (na veel denkwerk)

4. berekenen (voor- en nadeel afwegen van):

berekenen
berekenen
berekenen

Beispielsätze für berekenen

achteraf berekenen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski