Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bijten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bij·ten1 <beet, h. gebeten> [bɛitə(n)] VERB trans

1. bijten (door bijten in een toestand brengen):

bijten
bijten
iets stuk bijten

2. bijten (kortaf zeggen):

bijten

bij·ten2 <beet, h. gebeten> [bɛitə(n)] VERB intr

1. bijten:

bijten (de tanden in iets zetten)
bijten (vis)
bijten (insecten)
niets te bijten hebben
om (rauw) in te bijten übtr
zijn tanden ergens op stuk bijten übtr
van zich af bijten form

3. bijten scheik.:

bijten
bijten
bijten

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski