Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bijzonder“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bij·zon·der1 <bijzondere, bijzonderder, bijzonderst> [bizɔndər] ADJ

1. bijzonder:

bijzonder (niet algemeen)
besondere(r, s)
bijzonder (niet algemeen)
spezielle(r, s)
bijzonder (in samenstellingen)
Sonder-
in het bijzonder
in het bijzonder

2. bijzonder (ongewoon):

bijzonder
besondere(r, s)

3. bijzonder:

bijzonder (zonderling)
bijzonder (zonderling)
bijzonder (zonderling)
bijzonder (niet m.b.t. personen)
besondere(r, s)

4. bijzonder:

bijzonder (zeer groot)
bijzonder (zeer groot)
bijzonder (zeer groot)
bijzonder (alleen met ontkenning)

5. bijzonder:

bijzonder (niet van de overheid)
bijzonder (in samenstellingen)
Privat-
het bijzonder onderwijs

6. bijzonder (eigen, particulier):

bijzonder
besondere(r, s)
bijzonder
eigene(r, s)
bijzonder
bijzonder
s)

bij·zon·der2 [bizɔndər] ADV

1. bijzonder (vooral):

bijzonder
bijzonder
bijzonder

2. bijzonder:

bijzonder (zeer, buitengewoon)
bijzonder (alleen met ontkenning)
niet bijzonder genegen

3. bijzonder (bepaaldelijk):

bijzonder
bijzonder
bijzonder
dat was meer bijzonder voor hem bestemd

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski