Übersetzungen für „deelneming“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

deel·ne·ming [delnemɪŋ] SUBST f geen Pl

1. deelneming (participatie):

deelneming

Teilnahme f

deelneming

Beteiligung f

deelneming aan een wedstrijd

Teilnahme an einem Wettkampf

2. deelneming (medelijden):

deelneming

Anteilnahme f

zijn deelneming betuigen

seine Anteilnahme bezeigen

zijn deelneming betuigen (rouwbeklag)

sein Beileid bezeigen [o. ausdrücken]

Beispielsätze für deelneming

deelneming aan een wedstrijd

Teilnahme an einem Wettkampf

zijn deelneming betuigen

seine Anteilnahme bezeigen

betuigingen van deelneming

Beileidsbezeigungen Pl