Übersetzungen für „geval“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ge·val <geval|len> [ɣəvɑl] SUBST nt

1. geval ugs:

geval (voorval)

Vorfall m

geval (onaangenaam)

Geschichte f

een geval apart

eine Sache für sich

een treurig/vreemd geval

eine traurige/merkwürdige Geschichte

2. geval (omstandigheid):

geval

Fall m

een afzonderlijk [o. op zichzelf staand] geval

ein Einzelfall

een bijzonder geval

ein Sonderfall

een geval van cholera

ein Fall von Cholera

in het gunstigste geval

bestenfalls

in het gunstigste geval

günstigstenfalls

hij is een hopeloos geval med. scherzh

er ist ein hoffnungsloser Fall

in geen geval

auf keinen Fall

in geval van nood

im Notfall

dat is meestal niet het geval

das ist meistens nicht der Fall

in het onderhavige geval

im vorliegenden Fall

een geval van oorlog

ein Kriegsfall

in geval van overlijden

im Todesfall

in het tegengestelde geval

widrigenfalls form

een geval van twijfel

ein Zweifelsfall

in het uiterste geval

äußerstenfalls

van geval tot geval

von Fall zu Fall

voor het geval dat ...

für den Fall, dass ...

3. geval (vreemd voorwerp):

geval

Ding nt

4. geval (toeval):

geval

Zufall m

Beispielsätze für geval

van geval tot geval

von Fall zu Fall

dat verschilt van geval tot geval

das ist von Fall zu Fall verschieden

voor het geval dat ...

für den Fall, dass ...

een geval van cholera

ein Fall von Cholera

in het gunstigste geval

bestenfalls

in geval van nood

im Notfall

in het onderhavige geval

im vorliegenden Fall

een geval van oorlog

ein Kriegsfall

in geval van overlijden

im Todesfall

een geval van twijfel

ein Zweifelsfall

in het uiterste geval

äußerstenfalls

in het tegengestelde geval

widrigenfalls form

in het gegeven geval

im gegebenen Fall

analoog met dit geval

analog (zu) diesem Fall

in het andere geval

ander(e)nfalls

in geval van twijfel

im Zweifelsfall