Übersetzungen für „kritiek“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

kri·tiek¹ <kritiek|en> [kritik] SUBST f

1. kritiek (analyse, beschouwing):

kritiek

Kritik f

kritiek

Besprechung f

beneden (alle) kritiek

unter aller Kritik

kritiek geven op iets/iem

Kritik üben an etw/jdm

opbouwende/afbrekende kritiek

konstruktive/abfällige Kritik

2. kritiek (uiting van afkeuring):

kritiek

Kritik f

kritiek

Missbilligung f

kritiek

Beanstandung f

felle kritiek

scharfe Kritik f

kritiek ontmoeten [o. ondervinden ]

auf Kritik stoßen

kritiek uitlokken

Kritik auslösen

3. kritiek (recensie, bespreking):

kritiek

Kritik f

kritiek

Rezension f

een goede/slechte kritiek krijgen

eine gute/schlechte Kritik bekommen

kri·tiek² <kritieke, kritieker, kritiekst> [kritik] ADJ

1. kritiek (netelig, hachelijk, gevaarlijk):

kritiek

kritisch

kritiek

gefährlich

kritiek

heikel

2. kritiek (cruciaal, doorslaggevend):

kritiek

kritisch

3. kritiek nat. (concentratie vrijkomende deeltjes):

kritiek

kritisch

Beispielsätze für kritiek

hevige kritiek

massive Kritik f

kritiek oefenen

Kritik üben

gefundeerde kritiek

fundierte Kritik

kritiek uitlokken

Kritik auslösen

felle kritiek

scharfe Kritik f

externe kritiek

formale Kritik f

kritiek spuien

Kritik loslassen

gematigde kritiek

maßvolle Kritik f

ondubbelzinnige kritiek

unmissverständliche [o. eindeutige] Kritik

onbarmhartige kritiek

erbarmungslose [o. schonungslose] Kritik

scherpe kritiek

beißende [o. scharfe] Kritik f

tegenover alle kritiek standhouden übtr

vor jeder Kritik bestehen können

openstaan voor kritiek übtr

offen für Kritik sein

stelselmatig kritiek leveren

eine grundsätzliche Kritik vorbringen

beneden (alle) kritiek

unter aller Kritik

een bijtende kritiek

eine ätzende Kritik

opbouwende/afbrekende kritiek

konstruktive/abfällige Kritik

kritiek ontmoeten [o. ondervinden ]

auf Kritik stoßen

de toets der kritiek doorstaan

der Kritik standhalten