Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „oproepen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

op·roe·pen <riep op, h. opgeroepen> [ɔprupə(n)] VERB trans

2. oproepen (aansporen):

oproepen
aufrufen
oproepen
auffordern
oproepen tot verzet
zum Widerstand aufrufen

3. oproepen (om contact verzoeken):

oproepen
aufrufen

4. oproepen (in de geest tevoorschijn roepen):

oproepen
wachrufen
oproepen
wecken
oproepen
erwecken
herinneringen oproepen
Erinnerungen heraufbeschwören [o. wachrufen]

5. oproepen (uitlokken, opwerpen):

oproepen
hervorrufen
oproepen
wecken
oproepen
erregen
oproepen
auslösen
bezwaren oproepen
Bedenken erregen
dat bericht roept enige vragen bij mij op
diese Nachricht löst bei mir einige Fragen aus

Beispielsätze für oproepen

herinneringen oproepen
Erinnerungen (herauf)beschwören
sollicitanten oproepen
Bewerber zum Vorstellungsgespräch einladen
getuigen oproepen
Zeugen aufrufen [o. vorladen]
bezwaren oproepen
Bedenken erregen
iem als getuige oproepen
jdn als Zeugen aufrufen
de reserve oproepen
die Reserve einberufen
bij advertentie oproepen
per Anzeige aufrufen
oproepen tot verzet
zum Widerstand aufrufen
iem voor militaire dienst oproepen
jdn einberufen
iem oproepen voor een examen
jdn zu einer Prüfung bestellen

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste