Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „opzetten“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

op·zet·ten1 <zette op, i. opgezet> [ɔpsɛtə(n)] VERB intr

1. opzetten (aanzwellen):

opzetten
opzetten
opzetten

2. opzetten (komen aanzetten):

opzetten
opzetten
opzetten
de mist komt opzetten

op·zet·ten2 <zette op, h. opgezet> [ɔpsɛtə(n)] VERB trans

1. opzetten (overeind zetten):

opzetten
opzetten
opzetten
de paraplu opzetten
een tent opzetten
voor iem een val opzetten

2. opzetten (op het hoofd zetten):

opzetten
zijn hoed opzetten

3. opzetten (op het vuur zetten):

opzetten
theewater opzetten

4. opzetten (op touw zetten):

opzetten
opzetten

5. opzetten (dode dieren):

opzetten
opzetten

6. opzetten (opstoken):

opzetten
opzetten
opzetten
iem opzetten tegen iem/iets
een plaatje opzetten

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski