Übersetzungen für „plaatselijk“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

plaat·se·lijk¹ [platsələk] ADJ (plaats)

plaatselijk

örtlich

plaatselijk

lokal

de plaatselijke bevolking

die einheimische Bevölkerung

een plaatselijk onweer

ein örtliches Gewitter

de plaatselijke politie

die Ortspolizei

tien uur plaatselijke tijd

zehn Uhr Ortszeit

een plaatselijke verdoving

eine örtliche Betäubung

plaatselijke verordeningen

Gemeindeverordnungen Pl

plaatselijke verordeningen

Stadtverordnungen Pl

plaat·se·lijk² [platsələk] ADV

1. plaatselijk (ter plaatse):

plaatselijk

an Ort und Stelle

iets plaatselijk onderzoeken

etw an Ort und Stelle untersuchen

2. plaatselijk (op enkele plaatsen):

plaatselijk

stellenweise

plaatselijk regen

stellenweise [o. strichweise] Regen

Beispielsätze für plaatselijk

plaatselijk verdoofd

örtlich betäubt

plaatselijk regen

stellenweise [o. strichweise] Regen

plaatselijk verkeer

Ortsverkehr m

een plaatselijk onweer

ein örtliches Gewitter

iets plaatselijk onderzoeken

etw an Ort und Stelle untersuchen

het plaatselijk nieuws (krantenrubriek)

der Lokalteil

overdag plaatselijk regenbuien

tagsüber vereinzelt Regen

naar [o. volgens ] plaatselijk gebruik

in ortsüblicher Weise