Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „slaan“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

slaan1 <sloeg, h./i. geslagen> [slan] VERB intr

3. slaan (begin maken met):

slaan
slaan

slaan2 <sloeg, h. geslagen> [slan] VERB trans

1. slaan:

hauen ugs
slaan (luit)
slaan (geld, medaille)
iets aan stukken slaan
een brug slaan
eieren in de pan slaan
een paal in de grond slaan
iem in het gezicht slaan
de armen om de hals van iem slaan
iem op zijn vingers slaan
een spijker in de muur slaan
iem tegen de grond [o. vlakte] slaan
de ogen ten hemel slaan
de sneeuw van de jas slaan
zich ergens doorheen slaan übtr
zich door het werk heen slaan übtr
zich door het werk heen slaan übtr
iem in elkaar slaan
ergens niet (bij) vandaan [o. weg te slaan zijn] übtr

2. slaan (verslaan):

slaan
de vijand slaan

3. slaan (van het speelbord verwijderen):

slaan

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski