Übersetzungen für „ter“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ter [tɛr] PRÄP

ter

zur

ter

zum

ter (in)

in +Dat

ter (richting)

in +Akk

ter (aan)

an +Dat

ter attentie

zur Beachtung

slecht ter been

schlecht zu Fuß

ter hoogte van

in Höhe von

ter plaatse

an Ort und Stelle

ter plaatse (onmiddellijk)

auf der Stelle

ter waarde van

im Wert von

overal ter wereld

überall in der Welt

ter zake

zur Sache

Beispielsätze für ter

ter attentie

zur Beachtung

ter plaatse

an Ort und Stelle

ter zake

zur Sache

ter beschikking

zur Verfügung

ter overbrugging übtr

zur Überbrückung

iem ter wille zijn (iem een plezier doen)

jdm den Gefallen tun

ter voorbereiding (dienen) op

zur Vorbereitung (dienen) auf +Akk

ter wille van jezelf

um deiner selbst willen

om niets ter wereld

um nichts in der Welt

iem ter aarde werpen

jdn zu Boden werfen

iets ter hand nemen

etw in die Hand nehmen

ter toelichting van …

zur Erläuterung +Gen …

ter voorkoming van misverstanden

zur Verhütung von Missverständnissen

een plechtigheid ter nagedachtenis

eine Gedächtnisfeier

iets ter sprake brengen

etw zur Sprache bringen