Übersetzungen für „tussen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

tus·sen¹ [tʏsə(n)] ADV

iem er (mooi) tussen nemen

jdn auf den Arm nehmen

als er maar niets tussen komt

wenn bloß nichts dazwischenkommt

tus·sen² [tʏsə(n)] PRÄP

1. tussen:

tussen (een plaats: zich bevinden)

zwischen +Dat

tussen (een plaats: komen; richting)

zwischen +Akk

zijn vinger tussen de deur klemmen

seinen Finger in der Tür einklemmen

de betrekkingen tussen de mogendheden übtr

die Beziehungen zwischen den Mächten

tussen de regels (door) lezen übtr

zwischen den Zeilen lesen

2. tussen (een tijdstip):

tussen

zwischen +Dat

tussen de bedrijven door

zwischendurch

tussen de middag

um die Mittagszeit

3. tussen:

tussen (te midden van)

zwischen +Dat

tussen (te midden van)

unter +Dat

tussen (richting)

unter +Akk

tussen de huizen door

zwischen den Häusern hindurch

tussen het publiek

unter dem Publikum

dat zit wel goed tussen die twee

das klappt schon zwischen den beiden

Beispielsätze für tussen

een ruimte laten tussen …

Raum lassen zwischen … +Dat

tussen twee meningen balanceren

zwischen zwei Meinungen (hin und her) schwanken

tussen de bedrijven door

zwischendurch

tussen de huizen door

zwischen den Häusern hindurch

tussen licht en donker

zwischen Licht und Dunkel

tussen de schuifdeuren optreden übtr

eine Vorstellung für die Familie geben

het wringt tussen hen übtr

es gibt Reibereien zwischen ihnen

tussen vier muren zitten übtr

hinter schwedischen Gardinen sitzen ugs

tussen waken en dromen

zwischen Wachen und Träumen

tussen twee huizen in

zwischen zwei Häusern

weifelen tussen twee methoden

schwanken zwischen zwei Methoden

tussen hoop en vrees

zwischen Furcht und Hoffnung

tussen de buien door (na ‘tussen’)

zwischen den Schauern

tussen twee vuren zitten übtr

zwischen Baum und Borke sitzen

een wig drijven tussen übtr

einen Keil treiben zwischen +Akk

iets tussen aanhalingstekens plaatsen

etw in Anführungszeichen setzen

iets tussen haakjes zetten

etw einklammern