Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „vastknopen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

vast·kno·pen <knoopte vast, h. vastgeknoopt> [vɑstknopə(n)] VERB trans

2. vastknopen (met een knoop verbinden):

vastknopen

3. vastknopen (door middel van een touw vastmaken):

vastknopen
er een dagje aan vastknopen

Beispielsätze für vastknopen

er een dagje aan vastknopen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski