Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „voorbijgaan“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

voor·bij·gaan <ging voorbij, i. voorbijgegaan> [vorbɛiɣan] VERB intr

2. voorbijgaan (verstrijken):

voorbijgaan
voorbijgaan
voorbijgaan

3. voorbijgaan (niet opgemerkt worden door):

voorbijgaan
voorbijgaan

4. voorbijgaan (geen aandacht besteden aan):

voorbijgaan
voorbijgaan
aan iem voorbijgaan
stilzwijgend voorbijgaan aan

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski