Übersetzungen für „wrijven“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

wrij·ven¹ <wreef, h. gewreven> [vrɛivə(n)] VERB intr

wrijven (strijken)

reiben

wrijven (met de hand)

streichen

(zich) in zijn handen wrijven

sich Dat die Hände reiben

met de hand langs iets wrijven

mit der Hand an etw Dat entlangstreichen

met een doek over meubels wrijven

mit einem Tuch über Möbel reiben

wrij·ven² <wreef, h. gewreven> [vrɛivə(n)] VERB trans

1. wrijven (met een strijkende beweging aanbrengen; fijnmaken):

wrijven

reiben

iem iets onder de neus wrijven übtr

jdm etw unter die Nase reiben ugs

2. wrijven:

wrijven (poetsen)

wachsen

wrijven (vloeren)

bohnern

wrijven (meubels)

polieren

Beispielsätze für wrijven

(zich) in zijn handen wrijven

sich Dat die Hände reiben

met een doek over meubels wrijven

mit einem Tuch über Möbel reiben

de slaap uit zijn ogen wrijven

sich Dat den Schlaf aus den Augen(winkeln) reiben

zout in een open wond wrijven übtr

Salz in die Wunde streuen

met de hand langs iets wrijven

mit der Hand an etw Dat entlangstreichen

iem iets onder de neus wrijven übtr

jdm etw unter die Nase reiben ugs

iets tussen duim en wijsvinger wrijven

etw zwischen den Fingern (zer)reiben

hij mag zich in de handen wrijven übtr

er kann sich die Hände reiben